Toen mijn vrouw nog een meisje was, had ze gele gordijnen. Bij grauw weer schoof ze die dicht. De stof liet alleen een gele gloed binnen. Grijs licht werd warm. Geel is de kleur onderweg. Overdag is de zon geel, ’s avonds kleurt ze rood. Bladeren die in de zomer groen zijn, worden geel in de herfst. Geel heeft een warme bedoeling. De zon verwarmt ons, de akkers voeden ons. Ik kies specifiek voor de gele kleur omdat ze warm is en een relatie aangaat. Dat is ook wat er in Veenendaal gebeurt: de bewoners gaan energie delen om hun huizen te verwarmen.
Ik heb een cocon gebouwd die in relatie met haar omgeving is. Een cocon moet beschermen. Daarom kies ik voor een grote ronde vorm, gemaakt van robuust hout. Wat echter nog belangrijker is: de relatie met de omgeving. Want prettig leven is vooral met en voor anderen. Daarom balanceert de cocon op een puntje. Het minste zuchtje doet de cocon schommelen. Als materiaal gebruik ik sloophout. Dat heeft een warme uitstraling, maar is wel gevoelig voor weersinvloeden. In het jaar dat het kunstwerk staat zal het hout verweren, net als de omgeving een metamorfose ondergaan.
Met mijn beeld wil ik zeggen: alle technologische innovaties ten spijt, het is de mens die warmte brengt in de wijk. Dat wil ik de toekomstige bewoners van Veenendaal meegeven: wees lief voor elkaar.
-Lennart Kalkman over "Hart in a seed"-